Op 30 mei publiceerden de Nationale Commissie voor Ontwikkeling en Hervorming en de Nationale Energieadministratie gezamenlijk de "Mededeling over de ordelijke bevordering van de ontwikkeling van directe aansluitingen op groene elektriciteit", waarin voor het eerst het regelgevingskader voor "directe aansluitingen op groene elektriciteit" werd verduidelijkt. Dit is een nieuw model voor nieuwe energievoorziening en -consumptie op nationaal niveau, gericht op het bevorderen van het lokale verbruik van nieuwe energie en het voldoen aan de groene-energiebehoeften van bedrijven. Het waarborgen van energiezekerheid, zuinigheid, hygiëne en een duurzame energievoorziening is van groot belang voor stabiele economische groei en hoogwaardige ontwikkeling.
Nationale Ontwikkelings- en Hervormingscommissie Nationale Energieadministratie
Mededeling over zaken betreffende de ordelijke bevordering van de ontwikkeling van groene elektriciteitsaansluitingen
Ontwikkeling en hervorming van energie [2025] nr. 650
Aan de ontwikkelings- en hervormingscommissies en energiebureaus van alle provincies, autonome regio's, gemeenten die rechtstreeks onder de centrale overheid vallen, het productie- en bouwkorps van Xinjiang, het stedelijk beheerscomité van Beijing, het bureau voor industrie en informatietechnologie van de gemeente Tianjin, het ministerie van industrie en informatietechnologie van de provincie Liaoning, de economische en informatietechnologiecommissie van de gemeente Shanghai, de economische en informatietechnologiecommissie van de gemeente Chongqing, het ministerie van industrie en informatietechnologie van de provincie Gansu, alle centrale kantoren van de Nationale Energieadministratie, State Grid Corporation of China, China Southern Power Grid Co., Ltd. en relevante centrale ondernemingen:
Deze kennisgeving is opgesteld in overeenstemming met de Energiewet van de Volksrepubliek China en andere relevante wet- en regelgeving ter implementatie van de geest van de Derde Plenaire Vergadering van het 20e Centraal Comité van de CPC en de besluiten en regelingen van het Centraal Comité van de CPC en de Staatsraad inzake het verbeteren van het beleid en de maatregelen voor de absorptie en regulering van nieuwe energie, het verkennen van innovatieve ontwikkelingsmodellen voor de integratie van nieuwe energieproductie en -consumptie, het bevorderen van de absorptie van nieuwe energie in de buurt en het beter voldoen aan de groene energiebehoeften van bedrijven.
I. Algemene vereisten
(I) Toepassingsgebied. De in dit artikel bedoelde directe aansluiting voor groene elektriciteit verwijst naar de modus waarin nieuwe energiebronnen zoals windenergie, zonne-energie en biomassa-energieopwekking niet rechtstreeks op het openbare elektriciteitsnet zijn aangesloten, en groene elektriciteit aan één enkele stroomverbruiker wordt geleverd via een directe aansluitlijn, die een duidelijke fysieke traceerbaarheid van de geleverde elektriciteit mogelijk maakt. Onder directe aansluitlijn verstaat men een speciale elektriciteitslijn die de stroombron en de stroomverbruiker rechtstreeks verbindt. Afhankelijk van of de verbruiker is aangesloten op het openbare elektriciteitsnet, wordt er onderscheid gemaakt in twee typen: netgekoppeld en off-grid. Netgekoppelde projecten zijn als geheel aangesloten op het openbare elektriciteitsnet en vormen een duidelijke fysieke interface en verantwoordelijkheidsinterface met het openbare elektriciteitsnet. De stroomvoorziening moet worden aangesloten op de gebruikerszijde van de perceelgrens tussen de gebruiker en het openbare elektriciteitsnet. Indien de direct aangesloten stroombron gedistribueerde fotovoltaïsche energie is, moet deze worden geïmplementeerd in overeenstemming met de "Beheersmaatregelen voor de ontwikkeling en aanleg van gedistribueerde fotovoltaïsche energieopwekking" en andere beleidslijnen. Voor de rechtstreekse levering van groene stroom aan meerdere gebruikers via directe aansluitlijnen worden de specifieke maatregelen afzonderlijk vastgesteld door de Nationale Commissie voor Ontwikkeling en Hervorming en de Nationale Energieadministratie.
(II) Ontwikkelingsdoelen. Het project voor directe aansluiting op groene elektriciteit beoogt te voldoen aan de groene energiebehoeften van bedrijven en het lokale verbruik van nieuwe energie te verbeteren. Het wordt gebouwd en geëxploiteerd volgens de principes van veiligheidsprioriteit, milieuvriendelijkheid, gelijke rechten en verantwoordelijkheden, en bronbelastingafstemming, en draagt op eerlijke en redelijke wijze verantwoordelijkheden op het gebied van veiligheid, economie en maatschappij.
II. Versterking van de planningsrichtlijnen
(III) Standaardiseer de projectconstructie. Nieuwe belastingen kunnen worden uitgerust met nieuwe energieprojecten. Bestaande belastingen kunnen direct worden aangesloten op groene stroom, op voorwaarde dat bestaande kolen- en gasgestookte, zelfstandige elektriciteitscentrales het fonds voor de ontwikkeling van hernieuwbare energie volledig hebben afbetaald, en dat vervanging van schone energie kan worden bereikt door de productie van zelfstandige elektriciteitscentrales te verminderen. Exportgerichte bedrijven met een sterke vraag naar CO2-reductie kunnen de ontwikkeling van directe aansluiting op groene stroom voor bestaande belastingen onderzoeken door gebruik te maken van omliggende nieuwe energiebronnen. Ondersteun nieuwe energieprojecten die nog niet zijn begonnen met de aanleg van nettoegang of die niet op het net kunnen worden aangesloten vanwege beperkingen op het nieuwe energieverbruik, en voer directe aansluiting op groene stroom uit na het voltooien van de bijbehorende wijzigingsprocedures.
(IV) Versterk de planning en coördinatie. Provinciale energieautoriteiten dienen de algehele planning van projecten voor directe aansluiting op groene energie te versterken om de ordelijke ontwikkeling van het model voor directe aansluiting op groene energie te waarborgen. De schaal van de wind- en zonne-energieopwekking van het project moet worden opgenomen in het nieuwe ontwikkelings- en bouwplan voor energieopwekking dat door de provinciale energieautoriteiten wordt opgesteld. De schaal van de stroombelasting moet gebaseerd zijn op en ondersteund worden. Directe aansluitlijnen en toegangssystemen moeten worden opgenomen in de provinciale of gemeentelijke energie-, elektriciteits- en grondruimteplanning op basis van het spanningsniveau en moeten worden ingediend in overeenstemming met de "Enterprise Investment Project Approval and Filing Management Measures" en andere regelgeving. Directe aansluitlijnen moeten het aantal kruisingen minimaliseren en er moeten veiligheidsmaatregelen worden genomen indien kruisingen noodzakelijk zijn. Het project moet een geïntegreerd plan opstellen, inclusief stroombronnen, belastingen, directe aansluitlijnen en toegangssystemen, met speciale hoofdstukken om systeemrisico's, stroomveiligheid, stroomkwaliteit, enz. te evalueren en specifieke technische maatregelen voor te stellen. Het toegangsspanningsniveau van het project mag niet hoger zijn dan 220 (330) kV; Indien toegang tot 220 (330) kV noodzakelijk is, organiseren de provinciale energieautoriteiten de elektriciteitsnetbeheerders, projecteenheden, enz. om speciale beoordelingen van de veiligheidsrisico's van het elektriciteitsnet uit te voeren in samenwerking met de uitgezonden instanties van de Nationale Energieadministratie om de veilige en stabiele werking van het elektriciteitsnet te garanderen. Projecten dienen uniform te worden gebouwd en gelijktijdig in gebruik te worden genomen volgens het geïntegreerde plan.
(V) Stimuleer modelinnovatie. In principe is de belasting de belangrijkste verantwoordelijke eenheid voor projecten voor directe aansluiting op groene elektriciteit. Alle soorten bedrijven, inclusief particuliere ondernemingen (met uitzondering van elektriciteitsnetbeheerders), kunnen investeren in projecten voor directe aansluiting op groene elektriciteit. De stroomvoorziening van het project kan worden geïnvesteerd door de belasting, door het energiebedrijf of door een door beide partijen opgerichte joint venture. In principe moet de directe aansluitlijn worden geïnvesteerd door de belasting- en energieleveranciers. Als de stroomvoorziening en de belasting van het project niet dezelfde investeringsentiteit zijn, moet een meerjarige overeenkomst voor de aankoop van elektriciteit of een contractuele overeenkomst voor energiebeheer worden ondertekend en moet een overeenkomst worden ondertekend over zaken zoals de bouw van elektriciteitscentrales, verdeling van eigendomsrechten, exploitatie en onderhoud, dispatching en exploitatie, verrekeningsrelaties en aansprakelijkheid bij contractbreuk. Nieuwe energie-energieopwekkingsprojecten in het project zijn vrijgesteld van vergunningen voor energiebedrijven, tenzij anders vermeld.
(VI) Zorg voor een goede afstemming van bronnen en belasting. Netgekoppelde projecten dienen het type en de geïnstalleerde capaciteit van nieuwe energiebronnen wetenschappelijk te bepalen, volgens het principe van "bronnen bepalen op basis van belasting". In gebieden waar de spotmarkt continu in bedrijf is, kan een model van totale zelfopwekking en eigen gebruik worden gehanteerd, waarbij overtollige stroom als aanvulling op het net wordt aangesloten; in gebieden waar de spotmarkt niet continu in bedrijf is, is teruglevering aan het openbare net niet toegestaan. Het aandeel van de totale nieuwe energie van het project, zelfopwekking en eigen gebruik, in de totale beschikbare elektriciteitsproductie, moet minimaal 60% bedragen, en het aandeel van het totale energieverbruik minimaal 30%. Het aandeel zelfopwekking en eigen gebruik moet continu worden verbeterd, tot minimaal 35% vóór 2030. De bovengrens van het aandeel van netgekoppelde elektriciteit in de totale beschikbare elektriciteitsproductie wordt bepaald door de provinciale energieautoriteiten op basis van de feitelijke omstandigheden en bedraagt doorgaans niet meer dan 20%. Lokale overheden kunnen op redelijke wijze nieuwe doelstellingen voor energieverbruik vaststellen op basis van informatie zoals zelfopwekking en zelfgebruik, de verhouding tussen aangesloten elektriciteit op het net, bron-lastafstemming en regelgevende mogelijkheden in het bouwplan van het project.
3. Versterking van het operationeel management
(VII) Versterk het veiligheidsmanagement. Projecten voor directe aansluiting op groene energie moeten strikt diverse veiligheidsmaatregelen voor productiebeheer implementeren om een veilige en stabiele werking te garanderen. Projecten moeten snel risicobeheersing en onderzoek naar en behandeling van verborgen gevaren uitvoeren, diepgaande beoordelingen uitvoeren en storingen in de interne apparatuur en diverse veiligheidsrisico's van het project snel elimineren, en de betrouwbaarheid continu verbeteren.
(VIII) Zorg voor toegang tot het net. Het project moet worden uitgerust met secundaire systemen zoals relaisbeveiliging, veiligheids- en stabiliteitscontroleapparatuur en communicatieapparatuur volgens de normen. De netgerelateerde prestaties van interne faciliteiten moeten voldoen aan de relevante normen om te voorkomen dat de veilige en stabiele werking van het net om eigen redenen wordt beïnvloed. Het project moet de opleveringsacceptatie tijdig organiseren en het opleveringsacceptatierapport indienen bij de provinciale energieautoriteiten en de uitgezonden instanties van de National Energy Administration. Netbeheerders moeten op eerlijke wijze en zonder discriminatie nettoegangsdiensten verlenen aan projecten die voldoen aan de netaansluitingsvoorwaarden.
(IX) Versterk het beheer van de distributie en de exploitatie. Projecten voor directe aansluiting op groene elektriciteit dienen een gecoördineerde optimalisatie van de interne bronnen te realiseren. De totale en interne stroomvoorziening van het netgekoppelde project wordt beheerd door de betreffende distributie-instantie op basis van het toegangsspanningsniveau en de capaciteitsschaal, en aangesloten op het nieuwe systeem voor stroombelastingbeheer of het automatiseringssysteem voor de distributie van stroom, afhankelijk van de categorie van de diensten die aan het systeem worden geleverd. Behalve in noodsituaties die de veilige en stabiele werking van het openbare systeem beïnvloeden, dient de distributie-instantie een distributieplan op te stellen in overeenstemming met de door het project onafhankelijk vastgestelde stroomopwekkings- en verbruikscurve. De interne bronnen van het project dienen waarneembaar, meetbaar, aanpasbaar en controleerbaar te zijn, en relevante informatie dient aan de distributie-instantie te worden verstrekt in overeenstemming met de "Richtlijnen voor netbeheer" en andere documenten. Alle bedrijfssystemen van het project dienen de "Veiligheidsbeschermingsvoorschriften voor elektrische stroommonitoringsystemen" strikt te implementeren, netwerkbeveiligingsmonitoring, isolatieapparatuur en andere netwerkbeveiligingsvoorzieningen te installeren, indien nodig te deponeren bij de betreffende distributie-instantie en technisch toezicht door de distributie-instantie te accepteren.
(X) Verduidelijk de verantwoordelijkheidsinterface. Het project voor directe aansluiting van groene elektriciteit op het net en het openbare elektriciteitsnet vormen een duidelijke en definitieve interface voor veiligheidsverantwoordelijkheid op basis van het demarcatiepunt van eigendomsrechten, en elk moet de bijbehorende verantwoordelijkheden voor risicobeheer en -controle op het gebied van elektriciteitsveiligheid uitvoeren binnen de interface voor veiligheidsverantwoordelijkheid. Het project moet volledig rekening houden met factoren zoals interne bron- en belastingskarakteristieken, balanceringscapaciteit, economische voordelen en uitwisseling van vermogen met het openbare elektriciteitsnet, de op het net aangesloten capaciteit onafhankelijk en redelijkerwijs declareren en onderhandelen met het elektriciteitsnetbedrijf om de verantwoordelijkheid voor de stroomlevering en de kosten boven de op het net aangesloten capaciteit te bepalen. Het elektriciteitsnetbedrijf moet zijn verantwoordelijkheden voor de stroomlevering uitvoeren in overeenstemming met de opgegeven capaciteit van het project en relevante overeenkomsten. Het project moet de interne stroomopwekking en -belasting aanpassen om ervoor te zorgen dat de uitwisseling van vermogen tussen het project en het openbare elektriciteitsnet de opgegeven capaciteit niet overschrijdt, en de relevante verantwoordelijkheden dragen voor stroomonderbrekingen om eigen redenen.
(XI) Stimuleer de verbetering van de systeemvriendelijkheid. Projecten voor directe aansluiting van groene elektriciteit op het net moeten de flexibiliteit en aanpassingsmogelijkheden van het project volledig verbeteren door energieopslag verstandig te configureren en het potentieel voor flexibele lastaanpassing te benutten, om de druk op de systeemaanpassing zoveel mogelijk te verminderen. De projectplanning moet redelijkerwijs de maximale piek-dalverschilsnelheid van de projectbelasting bepalen, en de piek-dalverschilsnelheid van het uitgewisseld vermogen tussen het project en het openbare elektriciteitsnet mag niet hoger zijn dan de geplande waarde van de regeling. Tijdens de moeilijke periode van nieuw energieverbruik mag het project geen stroom terugleveren aan het openbare elektriciteitsnet. Het project moet het reactieve vermogen en de stroomkwaliteit beheren in overeenstemming met de relevante beheervereisten en technische normen.
4. Handels- en prijsmechanisme
12. Deelnemen aan de markt als geheel. Projecten voor directe aansluiting van groene stroom op het net genieten een gelijke marktstatus en worden geregistreerd volgens de basisregels voor registratie op de elektriciteitsmarkt. In principe dienen zij als geheel deel te nemen aan transacties op de elektriciteitsmarkt, de productie te regelen op basis van de resultaten van de markttransacties en de rekeningen te vereffenen op basis van de uitgewisselde stroom met het openbare elektriciteitsnet. De projectbelasting mag niet door de netbeheerder worden afgenomen. Indien de projectstroombron en -belasting niet dezelfde investeringsentiteit vormen, kunnen zij ook afzonderlijk worden geregistreerd en geaggregeerd deelnemen aan transacties op de elektriciteitsmarkt.
(XIII) Redelijke betaling van relevante vergoedingen. Projecten voor directe aansluiting op groene stroom dienen transmissie- en distributievergoedingen, systeembeheervergoedingen, beleidsmatige kruissubsidies, overheidsfondsen en toeslagen te betalen in overeenstemming met de relevante regelgeving van de prijs- en financiële autoriteiten van de Staatsraad. Lokale overheden mogen relevante vergoedingen niet verlagen of vrijstellen in strijd met de nationale regelgeving.
(XIV) Metering en verrekening standaardiseren. Projecten voor directe aansluiting van groene stroom op het net gebruiken het projecttoegangspunt als referentiepunt voor metering en verrekening, en verrekenen de elektriciteitskosten met het openbare elektriciteitsnet als geheel. Het project moet voldoen aan de voorwaarden voor gescheiden meting en moet tweerichtingsmeters installeren die voldoen aan de relevante normen en die zijn goedgekeurd door de relevante afdelingen op de punten van interne stroomopwekking, fabrieksstroomverbruik, eigen opwekking en eigen gebruik, en energieopslag. Het is verboden om de geïnstalleerde stroommeters te omzeilen voor elektriciteitsverbruik. Indien de stroombron en de belasting van het project niet afkomstig zijn van dezelfde investeringsentiteit, moeten het transactievolume en het op het net aangesloten volume tussen de twee partijen worden geïmplementeerd in overeenstemming met de relevante bepalingen van groene certificaten en groene stroomtransacties.
V. Versterking van de organisatorische ondersteuning
De Nationale Commissie voor Ontwikkeling en Hervorming en de Nationale Energieadministratie moeten de richtlijnen voor het model voor directe aansluiting van groene elektriciteit versterken, de resultaten tijdig evalueren, de vlotte voortgang van de werkzaamheden waarborgen en het onderzoek naar directe aansluiting van andere groene energiebronnen versterken. De uitgezonden agentschappen van de Nationale Energieadministratie moeten het toezicht versterken, de projectconstructie en de beleidsuitvoering in hun rechtsgebied tijdig volgen en monitoren, en alle partijen actief stimuleren om de projectconstructie en -exploitatie uit te voeren in overeenstemming met de vereisten. Provinciale energieautoriteiten moeten de specifieke vereisten, zoals de afstand tot het lokale verbruik, het aandeel van op het net aangesloten elektriciteit en het exitmechanisme, verder verfijnen op basis van de werkelijke situatie van het elektriciteitsaanbod en de vraag naar elektriciteit en de verbruiksomstandigheden van de provincie, het project begeleiden om de behoeften wetenschappelijk en redelijk te evalueren, situaties te vermijden waarin er een grote afwijking is tussen de werkelijke exploitatie en het ontwerpplan, en het verbruik van nieuwe energie niet aan de verwachtingen voldoet; de behoeften van lokale projecten voor directe aansluiting van groene elektriciteit organiseren en ordenen, deze actief promoten bij particuliere ondernemingen en particulier kapitaal ondersteunen om deel te nemen aan investeringen en constructie; Zorg voor goed projectmanagement en operationele monitoring, organiseer gekwalificeerde externe instanties voor programmabeoordelingen, luister aandachtig naar de meningen van elektriciteitsnetbeheerders en de uitzendende instanties van de Nationale Energieadministratie (National Energy Administration) en bevorder de ordelijke ontwikkeling van het model voor directe aansluiting op groene stroom. Elektriciteitsnetbeheerders en beheerders van de elektriciteitsmarkt dienen de vereisten van de kennisgeving te implementeren en de technische ondersteuning en serviceniveaus voor projecttoegang tot het elektriciteitsnet en deelname aan transacties op de elektriciteitsmarkt continu te verbeteren.
Nationale Ontwikkelings- en Hervormingscommissie Nationale Energieadministratie
21 mei 2025
Bron: Nationale Commissie voor Ontwikkeling en Hervorming